Realisten rekenden op 0,2 procent groei in het laatste kwartaal van 2013. Optimisten hoopten op 0,3 of 0,4 procent. Het werd 0,7 procent. Hoe is dat mogelijk?

Nederland maakte een snelle groeispurt door in het vierde kwartaal. Van alle achttien eurolanden hield alleen de kersverse lidstaat Letland Nederland bij.

Duitsland groeide met 0,4 procent. Frankrijk perste er 0,3 procent uit. De Nederlandse economie groeit nu al weer drie kwartalen op rij.

Maar een deel van de Nederlandse groei kwam door eenmalige investeringen van bedrijven en zzp’ers in energiezuinige auto’s. Per 1 januari 2014 zijn er minder belastingvoordelen voor kopers van plug-in hybrides. Dus haastte ondernemend Nederland zich vlak voor de deadline nog snel naar de dealer.

Hybride auto’s

In het vierde kwartaal werden er pakweg 24.000 hybride auto’s verkocht. Een jaar eerder waren dat er slechts 5000. In het huidige kwartaal zal het weer veel stiller zijn in de autoshowrooms. Dat de groei in dit kwartaal de 0,7 procent bij lange na niet zal halen, lijkt dan ook een zekerheidje.

Hoeveel was de groei in het vierde kwartaal geweest, zonder het effect van de hybrides? Moeilijk te zeggen, maar na wat telefoontjes met het CBS durf ik de gok wel aan dat we dan ongeveer de helft van de groei hadden gehad. Grofweg 0,3 tot 0,4 procent groei, ongeveer net zoveel als Duitsland en Frankrijk.

Ook dat percentage is, gegeven de omstandigheden, heel behoorlijk. Vier van deze kwartalen en de economie groeit met de anderhalf procent die veel economen op dit moment als hoogst haalbare zien. Hypotheekschulden, pensioenproblemen en werkloosheid maken een veel hogere groei onwaarschijnlijk.

Niet kapotbezuinigd

Dat de economie van Nederland nu al weer ruim drie kwartalen groeit, geeft te denken over de angstaanjagende voorspellingen die veel keynesiaanse economen de afgelopen jaren deden. Nederland en Europa zouden zichzelf kapotbezuinigen waardoor de economie verder in het moeras zou wegzakken.

Google maar eens op ‘self-defeating austerity’ en de waarschuwende (of honende) stukken van deze economengemeenschap spatten van het scherm.  Een econoom schrijft: “Is Europe right to abandon austerity?” is a question on par with “Should Europe stop hitting itself between the eyes with a hammer?”.

Men verwijst naar Keynes' 'Paradox of Thrift'. Deze 'paradox van de spaarzin' stelt dat bezuinigingen contraproductief zijn. Als de overheid bezuinigt in een recessie, krimpt de economie zo hard en lopen de belastinginkomsten zo hard terug, dat het begrotingstekort per saldo verder verslechtert. Dat lokt weer nieuwe bezuinigingen uit, de economie krimpt nog verder en het tekort loopt nog verder op. Bezuinigen is dus vaak contraproductief.

Paradox valt mee

Het is nog vroeg om eindconclusies te trekken, maar de eerste indicatie is dat het met die paradox voor veel landen wel meevalt.

Neem Nederland. De bezuinigingen en lastenverzwaringen waren in 2011 en 2012 nog relatief mild. Het eerste kabinet Rutte had wel grote bezuinigingsplannen, maar het grootste deel daarvan was pas voor 2013 en 2014 gepland.

In 2011 boog het kabinet 5 miljard euro om, oftewel 0,8 procent van het bbp. In 2012 kwam daar nog eens 3 miljard bij, of 0,5 procent bbp (zie grafiek). Maar dit waren wel twee zware recessiejaren. In 2011 en 2012 waren er maar twee kwartalen met een beetje groei. In totaal kromp de Nederlandse economie tussen januari 2011 en december 2012 met meer dan 2,5 procent.

Echt zware bezuinigingen

De echt zware bezuinigingen en lastenverzwaringen kwamen pas in 2013. Vorig jaar boog het kabinet voor 14 miljard euro om, ruim 2 procent van het bbp. Daarvan was 4 miljard afkomstig uit het regeerakkoord van het inmiddels al lang gevallen eerste kabinet Rutte.

De andere 10 miljard was het eenmalige ‘Kunduz-akkoord’ dat het demissionaire kabinet in 2012 met de oppositie sloot.

De Keynesiaanse redenering volgend, zou dit pakket de doodsteek voor de economie moeten zijn. Maar alleen in het eerste kwartaal van 2013 kromp de economie nog. In de drie andere kwartalen was er weer sprake van (oplopende) groei.

In 2014 heeft het kabinet voor de economie een bijna net zo’n groot pakket aan ombuigingen in petto als in 2013. Bezuinigingen uit het regeerakkoord van Rutte 1 (5 miljard euro), Rutte 2 (3 miljard) en uit het begrotingsakkoord dat het kabinet in 2013 met de oppositie sloot (6 miljard), tellen op tot wederom 14 miljard euro aan ombuigingen.

Twee miljard uit het Kunduz-pakket was geen structurele bezuiniging, dus dat bedrag komt in 2014 weer terug op de begroting. Per saldo resteert een ombuiging in 2014 van 12 miljard euro.

Maar zelfs dat krijgt de economie naar verwachting niet kapot. Integendeel. Het CPB verwacht dat de economie in ieder kwartaal van 2014 groeit. Minister Henk Kamp (waar het Planbureau onder valt) durft al te speculeren op een verhoging van de 0,5 procent groei die het CPB in december nog raamde voor dit jaar.

Hogere groeiraming

Ook de economen van de grote Nederlandse banken denken eerder aan verhoging dan verlaging van hun groeiramingen. De bezuinigingen en lastenverzwaringen doen wel pijn, maar zetten de economie niet in de achteruit.

Natuurlijk, zonder ombuigingen was de economie vast harder gegroeid, en op economische gronden had het verlagen van het begrotingstekort ook best wat langzamer gemogen. Maar dat de ombuigingen ‘self-defeating’ waren en dat de Nederlandse economie is kapotbezuinigd, dat kun je op basis van de bbp-cijfers echt niet concluderen. Integendeel.